Dat wil zeggen dat je, als je besluit verantwoord een veulen te fokken, de spelregels in acht moet nemen. De merrie en hengst dienen kwalitatief goed genoeg te zijn om zich voort te planten. Bespreek dit met je fokker. Ook wat betreft de keuze van de eventuele toekomstige vader kan je fokker je van advies dienen. Het is niet zo dat de hengst die het dichtste bij woont ook de beste keus is voor jouw merrie. De beide dieren moeten elkaar “aanvullen”. Dat wil zeggen, dat beide fokdieren niet dezelfde zwakke punten mogen hebben.
Als de merrie drachtig is moet zij natuurlijk al haar vitaminen en mineralen binnenkrijgen, maar ze moet niet overvoerd worden zodat ze te zwaar wordt. Een te dikke merrie heeft het tijdens het bevallen zwaarder. Geef de merrie elke dag tarwekiemolie door het eten tijdens de dracht. Dit bevat Vitamine E en zorgt ervoor dat het embryo goed innestelt. Ook verbetert het de afweer van de moeder. De laatste twee maanden van de dracht gaat het veulen wat meer vragen van de reserves van de moeder. Je kunt dan wat muesli of –voor erg magere merries- wat merriebrok bijgeven. Als de merrie in perfecte conditie is, is iets meer muesli geven voldoende. Tevens is het aan te raden de merrie op 10,5 maand drachtigheid te laten enten tegen Influenza/Tetanus. Dus zo’n 6 weken voor de bevalling. Tijdens de dracht is het raadzaam de merrie regelmatig aan te raken in de buurt van de uier en tepels. Dan is zij hieraan gewend tegen de tijd dat het veulen er is.
Als de merrie bij een hengst staat, haal haar dan minstens 30 dagen voor de te verwachten geboorte bij hem weg. Hengsten zijn niet altijd even dol op veulens, en de merrie zal zeker niet blij zijn met zijn aanwezigheid. Zorg ervoor dat de kraamstal schoon is en voorzien is van een dik pak stro. Er mogen geen scherpe obstakels in de stal aanwezig zijn waar moeder of veulen zich aan kunnen beschadigen. Het is handig om een kraamkoffertje klaar te zetten met een ontsmette schaar, een navelklem (of arterieklem), flosdraad of ijzergaren, schone handdoeken (liefst steriel), Betadine en een plantenspuitje.
De uier wordt echt hard. Een week of 6 à 8 tevoren zie je al dat de uier groter wordt en weer kleiner (zachter), op en af. En je ziet de tepels van vorm veranderen. Op het moment dat de uier echt hard is en niet meer meegeeft moet je de merrie goed in de gaten houden. De tepels gaan opzwellen en worden wat driehoekig van vorm. Het kan zijn dat er een velpon-/wasachtige uitvloeiing aan de tepels hangt. Gewoon laten zitten, deze uitvloeiing zorgt ervoor dat de colostrum (biest) niet verloren gaat. De vagina zal opzwellen en zal van binnen gaan verkleuren van roze tot biefstukrood. Wanneer de vagina helemaal rood gekleurd is, duurt het niet lang meer voor de merrie gaat veulenen. Je ziet dat het veulen ingedaald is. De heupen van de merrie zijn duidelijk zichtbaar (ze lijkt opeens vermagerd). De merrie loopt met haar staart gestrekt naar achteren. Ze zal zich wat afzonderen van de anderen in de kudde. Ze zal onrustig zijn, gaan liggen en weer gaan staan en misschien ook rollen.
Wanneer ze ook de benen gaat strekken als ze op haar zij ligt, heeft ze al weeën en is de bevalling daadwerkelijk begonnen. In eerste instantie zal de vruchtblaas met daarin 2 hoefjes tevoorschijn komen. De hoefjes liggen achter elkaar. Het veulen ligt in de duikhouding. Tijdens het uitdrijven (persen) zal het vlies breken en maakt een golf vruchtwater het geboortekanaal glad. Binnen een half uur moet het veulen geboren zijn.
Als het veulen geboren is, zal de merrie eerst blijven liggen om bij te komen van de inspanning. De navelstreng zit dan nog vast. Gewoon laten zitten. Er stroomt nog bloed door de navelstreng naar het veulen. Als de merrie opstaat zal de navelstreng breken.
Nu kun je met de Betadine de navel ontsmetten. Het gemakkelijkst is dat te doen met het plantenspuitje. De nageboorte hangt nog uit de merrie. Niets aan doen, die komt er vanzelf af met de naweeën.
Geef moeder en kind de tijd om een band op te bouwen. Houd ze zeker 24 tot 48 uur apart van de rest van de ezels. Bemoei je intensief met moeder en veulen.
Deze bevalling was er een uit het boekje. Alles was zoals het zijn moest. Het geeft een duidelijk beeld vanaf de eerste weeën.
De merrie had de laatste drie dagen een keiharde uier en de laatste twee dagen waren ook de tepels helemaal gevuld en driehoekig van vorm. Er zat iedere keer een beetje opgedroogde was aan haar tepels. Op de dag van de bevalling was ze erg kortaf tegen de andere ezels, met name tegen de jonge dieren. De volwassen merries kon ze wel verdragen. ’s Morgens om 11.00 uur begon de vulva doorbloed te worden, rondom rood van binnen uit. Meer naar buiten was het nog vleeskleurig. Naarmate de tijd vorderde werd het steeds roder en om 17.00 uur was de vulva biefstukrood en opgezwollen. Dus helemaal doorbloed.
Ze heeft om 17.00 uur gewoon gegeten, en het leek of er niets gaande was. Ze was rustig tot ongeveer 22.30 uur. Van nu af volgen de foto’s met commentaar.
22:45 eerste weeën, staart gestrekt
de weeën zijn echt begonnen
23:10 vulva opgezwollen, de vliezen zijn gebroken
23:15 vruchtblaas is te zien
beide hoefjes zijn zichtbaar
twee pootjes en snuitje zichtbaar
voorzichtig begeleid bij de geboorte, maar niet aan het veulen trekken!
23:20 daar is hij
het vlies eraf geschoven. Hij zit nog vast aan de navelstreng
23:25 moeder staat op en de navelstreng breekt. Navel meteen ontsmet.
de vruchtblaas hangt er nog uit. Om 23:55 komt de nageboorte eraf.
23:45 met een beetje hulp staat hij op z'n beentjes.
00:30 drinkt hij voor het eerst.