Rasstandaard volgens de NMDA & ADMS  van de Mediterrane Miniatuurezel

Algeheel voorkomen. De miniatuurezel moet er aantrekkelijk, harmonieus sterk en stevig uitzien. Het dier moet een compact plaatje zijn om te zien. Het moet een alerte uitstraling hebben. Merries moeten vrouwelijk zijn en wat verfijnd en hengsten over het algemeen stevig en mannelijk. Bone moet zwaar zijn, maar wel in verhouding tot de omvang en spierontwikkeling van de ezel. De miniatuur ezel mag geen hogere schouderhoogte hebben dan 36”, gemeten op een leeftijd van 3 jaar.

Algemene kenmerken

De kleur

Er kunnen veranderingen optreden in de kleur van de vacht tijdens de groei van veulen naar volwassen dier. Welke kleur de vacht van het dier, als het volwassen is, uiteindelijk zal krijgen is bij het veulen het beste te zien aan het haar dicht op het lichaam en rond de oren.

De volgende kleuren zijn erkend: diverse tinten grijs, diverse tinten bruin, zwart, rood, bont, zwart of rood roan (gemêleerd) en albinowit.

Albinowit is herkenbaar aan een totaal gemis aan pigment, ook in de iris van de ogen die roze is. Het gen voor albino is recessief, dus beide ouders van een albino zijn drager van het gen.

De maat (schofthoogte)

Hoewel veulens gedurende hun eerste levensjaar de grootste groei doormaken is een mini-ezel pas echt volwassen en uitgezwaard op een leeftijd van 3 jaar. Deze rasstandaard is dan ook geschreven uitgaande van een mini-ezel van 3 jaar.

De stamboom

Een stamboom is belangrijk om het beste materiaal voor de fokkerij te kunnen selecteren. De eerste importen hadden een betrekkelijk smalle genenpool, zodat enige inteelt onvermijdelijk was. Fokkers moeten proberen inteelt te vermijden en paringen doen die niet te nauw verwant zijn. Inteelt kan problemen veroorzaken met betrekking tot bouw, vruchtbaarheid en temperament, en vergroot de kans op erfelijke gebreken.

Eigenschappen van een gezonde ezel  

Conditie

Bij een ezel in een goede conditie kun je de ribben voelen onder de vacht, maar niet zien
Een goed gevoed en bespierd dier ziet er op zijn best uit. Een dier in slechte conditie - ofwel ondergewicht of obesitas - is moeilijk te beoordelen en kan vlak en lusteloos lijken. Een slechte conditie kan wijzen op of bijdragen aan een slechte gezondheid. Een dier in slechte conditie, ook al is hij of zij structureel gezond, zal een slechte indruk maken.

Temperament

De ezel moet zacht, liefdevol en vol vertrouwen zijn. Hij of zij is zeer vriendelijk en mensgericht. Het karakter van de mini-ezel is een groot deel van hun aantrekkingskracht.

Belangrijk voor de fokkerij

De capaciteit om zwanger te worden
De capaciteit een veulen te voldragen
De capaciteit om zelfstandig te bevallen
De capaciteit om voldoende melk te produceren om een veulen te voeden

NB. Bovengenoemde eigenschappen kunnen worden beïnvloed door omstandigheden of milieu. Elke merrie, echter, die herhaaldelijk problemen vertoont moet niet meer ingezet worden voor de fokkerij. Fokkers moeten kiezen voor de beste fokdieren. Hengsten met lage vruchtbaarheid zijn eveneens niet wenselijk voor de fokkerij.

Beschrijving van de ideale lichaamsbouw voor de rasstandaard

Hoofd

Kort hoofd, liefst niet te groot
Breed voorhoofd, met ruim uit elkaar staande ogen die mooi gelijk staan
Grote donkere en heldere ogen
Oren bij voorkeur groot, maar passend bij het hoofd
Neus iets taps toelopend, mond met stevige gladde lippen en grote open neusgaten
Tanden die gelijk staan (tanggebit)
Het hoofd dient fier, rechtop gedragen te worden
NB. Een hoofd dat te groot is in verhouding met het lichaam van de ezel dient vermeden te worden. Dit duidt op dwerggroei!

hoofd-sm.png

Gebit

Als de ezel 3 jaar is, zijn alle tanden doorgekomen
De tanden van de bovenkaak moeten recht op die van de onderkaak staan (tanggebit) – geen overbeet ("Parrot Mouth") of onderbeet ("Monkey Mouth"). Een afwijking van 3mm is acceptabel
NB. Een correct gebit is belangrijk om te kunnen grazen, kauwen, voor de spijsvertering en uiteindelijk voor een langere levensduur van de ezel

gebit-breed.png

Schouder

Moet rechter zijn dan van een paard
Ideale schouder loopt 45-50 graden af

schouder-sm.png

Achterhand

Moet krachtig, vast en stevig zijn
Achterhand mag niet te sterk aflopen
Moet goedgeplaatste staart hebben
Lendenen moeten kort en breed zijn en voldoende bespierd
Mag geen aflopende croup hebben

achterhand-sm.png

Gangwerk

Gangwerk moet vlot en vloeiend zijn met voldoende paslengte
Elke voet moet duidelijk worden opgetild van de grond en in een rechte lijn naar voren worden gezet

Hals / nek

De nek is stevig, niet te slank in verhouding tot de manenkam
Krachtig, recht en in proportie met de rest van het lichaam
Mag niet ingevallen zijn (bij jonge dieren komt dit voor doordat de spierontwikkeling nog niet volledig ontwikkeld is)
De bovenkant van de nek moet langer zijn dan de onderkant. Teveel onderhals is niet wenselijk

hals-sm.png

Romp

Hartgebied moet diep en ruimtelijk zijn
Breedte van de borst moet ruim zijn tussen de voorbenen
Mooie ronding van de ribben
Dieren die smal zijn zien er vaak lang en ovaal uit, de zijden zijn vlak i.p.v. rond
Rug moet recht zijn of iets aflopen
Karperrug of bolle rug vertonen een opgaande lijn, dit is niet gewenst
Ook lange en weke ruggen zijn ongewenst.
Een lange rug verstoort het totaalbeeld van de mini-ezel

romp-sm.png

Benen

Benen moeten vierkant onder het dier staan
Benen moeten vanuit alle hoeken recht zijn
Benen moeten genoeg bone hebben in verhouding tot het totale dier
Ruimte tussen de voorbenen moet voldoende zijn voor de borstbreedte, om plaats te kunnen bieden aan de longinhoud.
Achterbenen staan over het algemeen wat steiler
Ruimte tussen de achterbenen moet genoeg zijn om te lopen zonder dat de benen elkaar raken

benen-sm.pngbenen-werk.png

Voeten

De hoeven moeten gelijkmatig zijn en uniform van vorm
Een ezelhoef is smaller, meer ovaal en steiler dan een paardenhoef
Hoeven dienen goed bekapt te worden
Slecht gevormde of ongelijke hoeven kunnen kreupelheid veroorzaken

voeten-hoeven-lg.png

Zwakke punten in fokdieren die vermeden dienen te worden

Alle ezels hebben een aantal zwakke punten, maar de ernst en de hoeveelheid van de zwakke punten en het cumulatieve effect op de voortplanting moeten we in gedachten houden. Een dier met ernstige of meerdere tekortkomingen mag niet worden gebruikt in de fokkerij.

  • Bollend profiel van het hoofd. Te grote mate van grofheid van hoofd en nek

  • Korte, dikke nek en lage houding van het hoofd

  • Dunne zwakke nek

  • Lange weke rug (doorzakken)

  • Kort, hoog of plat kruis, heup te kort (heup is niet diep genoeg)

  • Steil, schuin kruis, smalle romp

  • Onvoldoende bone in verhouding tot het dier

  • Koehakken - de hakken van de achterbenen staan naar binnen (naar elkaar toe) van achteren gezien.


O benen

De hakken van de achterbenen staan naar buiten (van elkaar af) van achteren gezien

ongewenste o-benen mini-ezel

Nauwe achterhand

 Te weinig ruimte tussen de hakken. Dit komt voor bij smalle dieren met vlakke ribben

mini-ezel achterbenen te nauw

Sikkelhakken

De achterbenen staan niet recht onder het dier, maar ondergeschoven, gezien van de zijkant

ondergeschoven achterbenen bij de mini-ezel

Naar achterstaande benen

Achterbenen die te ver naar achteren staan, ten opzichte van het lichaam, vanaf de zijkant gezien

achterstandbenen bij de mini-ezel​​​​​​​

Frans staan

De hoefjes van de voorbenen draaien naar buiten toe (van elkaar af) Dit komt voor bij dieren met een smalle borst

frans staan bij de mini-ezel

Pigeon Toed

Hoeven van de voorbenen zijn naar binnen gekeerd, naar elkaar toe

pigeon-toed bij de mini-ezel

Ondergeschoven staan

De voorbenen staan te ver naar achteren onder het dier, vanaf de zijkant gezien

voorbenen ondergeschoven bij de mini-ezel

Naar vorenstaande benen

Voorbenen die te ver naar voren geplaatst zijn, ten opzichte van het lichaam, vanaf de zijkant gezien

voorbenen-naar-voren bij de mini-ezel

DISKWALIFICERENDE FOUTEN VOOR DE FOKKERIJ

  • Cryptorchide of monorchide hengsten (waarvan één of beide testikels niet zijn ingedaald op een leeftijd van 2 jaar.)

  • Dwerggroei. Een dwergachtig dier heeft een totaal onvolgroeid, gedrongen uiterlijk. Ze kunnen meerdere misvormingen hebben in de benen met grote, grove en knobbelige gewrichten. Ze hebben onevenredig grote hoofden in verhouding tot het lichaam, meestal laag gedragen. Dwerggroei eigenschappen zijn onaanvaardbaar voor de fokkerij

  • Extreme koehakkigheid

  • Extreme overbeet of onderbeet

voor informatie of een vraag stuur ons een e-mail via; info(at)miniezelfokkers.nl

© dbmdesign.nl