Een goed ontwormingsbeleid is essentieel voor de gezondheid van de ezel. Elke 8 a 12 weken controle aan de hand van mestonderzoek, is aan te raden. Een wormenkuur moet de werkzame stof ivermectine bevatten. Het is verstandig 1 x per jaar een wormenkuur te gebruiken met een andere werkzame stof bij voorkeur in het najaar (overleg dit met de dierenarts). Mini-ezels wegen niet veel - over het algemeen wordt het gewicht té hoog ingeschat -, je kunt meerdere ezels ontwormen met 1 spuit. Afhankelijk van de schofthoogte is het gewicht tussen de 60 en 100 kg. Laat bij twijfel uw ezels wegen bij een paardenkliniek of dierenarts. Overdosering is niet noodzakelijk.
Om de hoef gezond te houden is het noodzakelijk deze regelmatig te bekappen. Gemiddeld eens in de 8 tot 10 weken. Het is van belang een hoefsmid te vragen die ervaring heeft met ezels. Een ezel staat heel anders op zijn hoeven dan een paard.
De grootte van de weide dient beperkt te worden maar wel groot genoeg te zijn om te kunnen rennen. Een richtlijn is 1000m2 per twee mini-ezels. De weide dient eenvoudig verkleind te kunnen worden als de ezels te dik worden. Door hun zeer efficiënte darmstelsel halen ze nagenoeg alle voedingsstoffen uit het gras. Een ezel wordt snel te dik. Als ezelhouder dient u hier alert op te zijn.
Borstel de ezels regelmatig. Dit is goed voor de doorbloeding, zorgt voor een schone en verzorgde vacht en schept een goede band tussen mens en ezel. Zeker in de lente en zomer wanneer het oude haar er af gaat. Door het losse haar hebben ze jeuk en gaan ze schuren en rollen. Ezels die veel schuren en bijten, moeten worden gecontroleerd op ongedierte vooral in het najaar en winter. Ter bestrijding daarvan zijn diverse middelen te koop bij de dierenarts. Bij twijfel over een (huid)aandoening raadpleeg uw dierenarts.
Mini-ezels hebben op de wei een schuilstal nodig, het liefst met verharding. Ze beschikken niet over een waterdichte vacht zoals paarden. Als ze de hele dag in de regen staan bij koud weer of harde wind kunnen ze ziek worden.
Daarom hebben ze een beschutte plek nodig waar ze kunnen schuilen tegen regen, tocht, hitte en vliegen. Bij voorkeur is de opening naar het oosten gericht, dit voorkomt inregenen. De wind waait in Nederland voornamelijk vanuit het zuiden tot het noorden en voor het grootste deel uit west tot noordwest.
Zorg ervoor dat de ezels altijd schoon leidingwater ter beschikking hebben. In de winter als het koud is, dient dit water handwarm te zijn. Anders kan het zijn dat de ezels niet genoeg drinken en kunnen uitdrogen. Van te koud water kunnen ze koliek krijgen.
Een liksteen is onontbeerlijk om in de natriumbehoefte te kunnen voorzien. Let hierbij op een goede kwaliteit en laat u niet verleiden door smaakjes of leuk uitziende speeltjes. Op internet is genoeg informatie te vinden over merken.
Ezels spelen graag en dit gaat er soms flink hard aan toe. Door hun speels gedrag lopen ze gemakkelijk een wondje op. Met de tetanus injectie bespaar je de ezel een hoop leed en pijn indien ze toch een infectie oplopen.Van een lichte griep kunnen ze heel ziek worden. De influenza injectie beschermt ze hiertegen.
Het gebit van een ezel verandert continue, van veulen tot volwassen stadium wisselen ze hun tanden en kiezen en groeien er nieuwe kiezen. De tanden en kiezen groeien constant door. Door de jaarlijkse controle worden problemen vroegtijdig ontdekt.
Jaarlijks terugkerende taken voor de dierenarts ;
Controleer bij ezels die moeilijk of langzaam eten, of er geen haken op de kiezen zitten. Dit komt vaak bij oudere dieren voor. De dierenarts of paardentandarts kan dit snel en gemakkelijk verhelpen.
Als een ezel kreupel loopt, controleer dan zijn hoeven. Mogelijk is er een ontsteking aanwezig of is hij ergens in getrapt. Controleer ook de kroonrand (het stukje boven de hoef waar de haren beginnen). Wanneer er een ontsteking of andere afwijking te zien is, vraag dan de hoefsmid of dierenarts ernaar te kijken.
Maakt de ezel een echt zieke indruk (niet alert, geen trek in eten, lusteloos), neem dan de temperatuur op. De normale lichaamstemperatuur ligt tussen 36.2 en 37.8 graden. Door regelmatig de temperatuur van elke ezel te meten en op te schijven is de normale temperatuur bekend. Is de temperatuur te hoog of te laag, neem dan contact op met de dierenarts.